We zijn bijna rond met onze roadtrip/rondtrip. Morgen zullen
we ons laatste natuurpark bezoeken, Yosemite. Intussen passeerden er nog twee
de revue: Zion en Death Valley. Zoals reeds
gezegd werd, heeft elk park dat we bezochten zijn eigen charme. Zion National
Park was niet anders. Het park is gekend voor zijn “narrows”, uitgesleten door
de rivier. Hoewel het park broeide in het woestijnklimaat, konden we toch even
afkoeling zoeken op een wandelpaadje dat ons dwars door een ondiepe rivier
leidde. Deugd dat dat deed! Terwijl de meisjes afkoeling zochten op het
graspleintje, gingen de jongens voor een kleine Kayenta-hike langs de Upper-Middle
en Lower Emerald Pool. Langs deze trail werd een nieuw beestje van het lijstje
geschrapt. Hoewel de Evelientjes het eerst niet wilden geloven, kwamen de guys
met het foto-bewijs van een slang. Het bewijs uiteraard ook voor jullie te
bezichtigen. Wanneer we na een hete dag wilden inchecken in onze lodge, werden
we aangenaam verrast. Door een vergissing kregen we niet de gebruikelijke 2
double-bed room maar werden we ondergebracht in een
3-slaapkamer+2badkamer+living+keuken+4televisie-lodge waar uiteraard ook een
reportage voor MTV Cribs werd gefilmd!
Next stop
was Sin City of Las Vegas. Onderweg naar deze stad kwamen we nog een
weide vol elks tegen. De skyline van Las Vegas die we al van ver konden
aanschouwen, beloofde (niet) veel goeds. Eenmaal in ons casino-hotel
aangekomen, vielen onze monden wagenwijd open. Alle Amerikaanse cliché’s
samengegoten is Las Vegas. Maar voor we deze stad gingen verkennen…Eerst nog de
weg zoeken tussen de pokertafels en duizenden slotmachines naar de hotelbalie
en dan even uitrusten op de hotelkamer met een aflevering van Jerry Springer, perfect
om ons in de mood te brengen voor deze mix van decadentie, overdaad (en
marginaliteit). Onze eerste dag werd gevuld met een bezoek aan Downtown Las
Vegas, Fremont Street, waar de eerste casino’s werden opgericht, gevolgd door
een batje van een buffet in ons hotel. De volgende dag stond The Strip op het
programma. In andere woorden, hotel in hotel uit lopen om verkoeling te zoeken
en terwijl alle snufjes van elk hotel te aanschouwen. DV en VP gingen 4-getallen
dure Hervé Leger kleedjes passen in the Venetian (waar je je binnen in het
hotel kan laten rondvaren met een gondola) en gingen tevergeefs op zoek naar
Celine Dion-tickets in Caesar’s Palace. VD en Rys gingen naar Wynn en Encore,
Treasure Island, the Mirage en Bellaggio. Kortom, Las Vegas valt niet te
omschrijven in één enkel blogpostje.
Vandaag trokken we naar Death Valley. Deze woestijn heeft
zijn naam niet gestolen. Onze amper 2 minuten lange autostopjes bij
adembenemende maar hete plaatsjes deden onze tenen zelfs ‘schoeperen’. Kiekenfleisch
van de warmte bij een 50°C ,
onbeschrijfelijk. Onze stopjes waren onder andere Zabriskie point; Devil’s Golf
Court, een plaatsje waar enkel de duivel zou kunnen golfen in deze oneffen
vlakte; Badwater, het laagste puntje in Noord-Amerika dat zich op een 86 meter onder het
zeeniveau bevindt waar enkel ‘slecht’ ‘water’ in de woestijn te vinden is; en
tot slot Artist Drive met paars-roze-groen- en blauwpastelkleurige rotsen. Zelfs
te warm om het zwembad te testen, sluiten we deze dag af met één van de laatste
blogpostjes.
See you laters, alligators!